Woningcorporporaties werken op dit moment veelal met schoonmaakcontracten met andere bedrijven op basis van uren werk. Door middel van een inventarisatie wordt er per portiek of complex bekeken hoe vaak en wat precies schoongemaakt gaat worden. Woningcoporaties zouden ook kunnen overstappen naar schoonmaakcontracten op basis van prestatie. Hierbij gaat het om een beeldbestek en moet de portiek en de rest van het complex gewoon schoon zijn. Het aantal uren is dan dus niet de maatstaf, maar de kwaliteit van het geleverde werk.
De hoofdvraag bij dit project luist: onder welke condities is het mogelijk om over te stappen van een inspanningsverplichting naar een resultaatverplichting? Studenten Sociaal Juridische Dienstverlening gaan de risico’s hiervan inventariseren, waarbij de focus zal liggen op de bewonerswensen en de efficiëntie bij het toepassen van dit beeldbestek. Waar worden bewoners gelukkig van? Wat willen zij terug hebben voor de servicekosten? Hierbij kan mogelijkerwijs onderscheid gemaakt worden tussen sociale huur versus vrije sector huur en portieken versus complexen.
Naast de wensen van bewoners kunnen ook andere partijen ondervraagd worden om een completer beeld te krijgen. Verschillende perspectieven worden zo belicht. Hierbij kan gedacht worden aan een schoonmaakbedrijf, een bedrijf waar beeldbestek wordt toegepast en huismeesters. Uiteindelijk geven de studenten een advies over wat voor schoonmaakprogramma efficiënt aan de bewoners aangeboden kan worden.