Studenten Carmen en Paula moeten binnenkort verhuizen uit de Eenhoornbuurt in Amsterdam Oost. Een bijzonder buurtje waar zij de afgelopen jaren met bewoners veel mooie duurzame projecten hebben opgezet. Na vijf jaar houdt het helaas op, omdat de sloop en nieuwbouw van de buurt van start gaan. Ze vertellen wat het project hen heeft gebracht en wat zij meenemen naar hun nieuwe woonplek.
Ha Paula en Carmen, vertel, wat inspireerde jullie om mee te doen aan dit project?
Paula: “Ik had al vroeg bedacht dat ik liever niet voor commerciële doeleinden wilde werken en koos er daarom voor om een sociale opleiding te volgen. Ik vind het belangrijk dat ik echt wat bijdraag aan de samenleving. In die zin vind ik het belangrijk om maatschappelijk betrokken te zijn en past het Springlevend Wonen project goed bij mijn idealen. Toen ik van een vriendin vernam dat er mogelijk een plek in het team vrijkwam, solliciteerde ik ook meteen. Ik kan me nog herinneren hoe zenuwachtig ik was, want ik wilde echt heel graag meedoen met dit project. Daarnaast wilde ik toen natuurlijk ook graag een plekje hebben waar ik fijn zou kunnen gaan wonen. Het was voor mij de ultieme combinatie en ik kon me eigenlijk niet anders voorstellen dan dat ik deel zou worden van het team.”
Carmen: “Vooral het verdiepen in een klein stukje Amsterdam en het opzetten en organiseren van projecten in samenwerking met andere studenten, bewoners en instanties trok me direct aan. Ik verwachtte ook dat het me in contact zou brengen met verschillende mensen en me enigszins uit mijn studentenbubbel zou halen. Het motiveren van buurtbewoners om actief deel te nemen aan projecten en activiteiten leek me een van de grootste uitdagingen.”
Zijn jullie verwachtingen uitgekomen?
Carmen: “Ik heb zeker veel nieuwe contacten opgedaan. Naast dat ik bewoners heb ontmoet, heb ik ook altijd prettig samengewerkt met mijn team en hier ook van geleerd. Ik heb met veel plezier bijgedragen aan de ontmoetingsactiviteiten, en ik genoot er altijd erg van om te zien dat mensen het naar hun zin hadden en de opkomst hoog was. Ik vond deze activiteiten zelf altijd ook erg gezellig”
Paula: “Mijn verwachtingen zijn voor een groot deel werkelijkheid geworden. Ik heb ook veel ondervonden wat ik in eerste instantie niet verwachtte. Ik heb contact gehad met heel veel verschillende soorten bewoners en heb daarom heel veel mensen leren kennen die ik waarschijnlijk zonder het project niet zo snel had ontmoet. Je leert ook hoe de verschillende sociale instanties te werk gaan en hoe zij met elkaar samenwerken. Eigenlijk leer je kennen hoe Amsterdam, sociaal gezien, in elkaar zit. Ik denk dat mijn ervaring van Amsterdam daarom wel iets anders is dan de student die voor 600 euro per maand een kamer van 10m2 heeft in een huis met 10 andere studenten op de Keizersgracht.”
En na al die mooie jaren zit het er nu op. Wat nemen jullie mee naar jullie nieuwe woonplek?
Paula: “Ik beschouw de gehele ervaring als waardevol en denk dat ik die helemaal ga meenemen naar mijn nieuwe woonplek. Het liefst doe ik mee aan een soortgelijk project, want ik zou het denk ik top vinden om op die manier maatschappelijk betrokken te blijven. Ik denk dat het ook belangrijk is dat deze initiatieven blijven en er steeds meer van komen. Vooral in Amsterdam, maar ook elders. Ik denk dat deze projecten bijdragen aan de sociale balans in de samenleving. Het zou veel normaler moeten worden om een sociale bijdrage te doen, waar je niet per definitie rijk van zult worden, maar waar je wel de ander mee helpt. Zeker nu steeds meer mensen op zichzelf aangewezen zijn lijkt het mij belangrijk dat we zelf in staat zijn om de verbinding met anderen aan te gaan.”
Carmen: “De afgelopen jaren heb ik gemerkt hoe leuk het kan zijn om echt Community Building toe te passen in je eigen buurt. Voor mijn nieuwe woonplek zal ik dan ook zeker proberen contact te leggen met mijn directe buren en omgeving. Hoe leuk is het als je iemand een paar deuren verderop kent en elkaar alleen al even groet als je voorbij loopt! Ik hoop vooral voor de toekomst dat de Eenhoornbuurt altijd het unieke ‘dorpse’ gevoel zal behouden zoals het nu is. Ik denk dat de buurt echt kan bloeien door goede contacten tussen de bewoners van verschillende gebouwen.”