Met een tas vol boeken en spelletjes komt Zoë (25) elke week bij verschillende gezinnen in Amsterdam-Noord over de vloer. Al zo’n twee jaar lang werkt ze bij de Voorleesservice in het Springlevend Wonen-project in de Volewijck. In dit project worden studenten door Academie van de Stad geselecteerd om zich – in ruil voor een huurkorting – in te zetten voor de leefbaarheid van de wijk. 

Doordat ze zelf in de wijk wonen, weten ze precies wat er speelt en wat er nodig is. Zo zorgt het studententeam in de Volewijck ervoor dat tuinen worden opgeknapt, dat mensen hulp krijgen bij administratieve en financiële zaken, en dat kinderen worden ondersteund bij begrijpend lezen en woordenschat. 

 

“Toen ik hoorde dat ik het was geworden, was in ongelofelijk blij.”

 

Zoë studeert Pedagogische wetenschappen en is heel geïnteresseerd in de ontwikkeling van kinderen en pubers. Via een vriendin hoorde ze over het project Springlevend Volewijck en ze was meteen enthousiast. “Ik was op zoek naar een kamer en ik hoorde goede verhalen over Academie van de Stad. Daarnaast wilde ik graag met kinderen werken. Toen ik hoorde dat ik het was geworden, was in ongelofelijk blij.”

Iedere week bezoekt Zoë samen met medestudente Liv kwetsbare gezinnen in de buurt. “We lezen voor aan kinderen tussen vier en tien jaar die de Nederlandse taal nog niet helemaal eigen hebben gemaakt.” De Voorleesservice heeft twee doelen: het bevorderen van de taalontwikkeling van de kinderen, maar ook het signaleren van eventuele problemen in het gezin. Zoë: “Wanneer nodig verwijzen we gezinnen actief door naar verdere hulp en ondersteuning in de buurt.”

De Voorleesservice is inmiddels bekend geworden in de wijk en enorm populair. Veel ouders geven hun kinderen op om deel te nemen aan het project. “Helaas kunnen we niet iedereen tegelijk helpen, en werken we met een wachtlijst.” Toch is het leuk om te merken dat zowel ouders als kinderen tevreden over ons zijn, vertelt Zoë. “Het traject duurt tien weken, maar veel kinderen willen het liefst langer door.” 

 

Asem (9, rechts) met zijn zusjes Salsabil (5, links) en Tasnim (2, midden)

 

“Ik vind het fijn om te merken dat we hebben kunnen bijdragen aan de connectie van het gezin met de buurt.”

 

Zo ook de achtjarige Asem. Vorig jaar kwam Zoë één keer per week bij de familie over de vloer om Asem voor te lezen en taalspelletjes met hem te doen. “Asem is een hele slimme, nieuwsgierige en creatieve jongen. Zijn woordenschat was nog beperkt vergeleken met leeftijdsgenoten. Dit zie je vaker bij kinderen uit gezinnen met een migratieachtergrond. In die tien weken is zijn begrijpend lezen en woordenschat enorm verbeterd, dat was heel fijn om te zien. Na afloop was hij best verdrietig dat het klaar was, maar gelukkig hebben we nog veel contact!”

Asem’s familie was lange tijd niet in beeld. De ouders hadden eerst nog niet zo’n duidelijk beeld van wat er in de buurt werd georganiseerd, maar na ons traject bij de Voorleesservice zijn ze bij alle buurtactiviteiten voor kinderen te vinden. Zoë “Ik had het gezin nog nooit eerder gezien, maar sindsdien zijn ze er altijd bij. Fatima, de moeder van Asem, is heel actief en toegankelijk en helpt vaak mee bij activiteiten. Ik vind het fijn om te merken dat we hebben kunnen bijdragen aan de connectie van het gezin met de buurt.” 

Wat Zoë het lastigste vindt aan het project? “Dat je na tien weken weer afscheid moet nemen van het gezin. De kinderen vinden dat ontzettend jammer, maar ook met de ouders heb je een band opgebouwd. Vaak vinden zij het ook heel gezellig om een praatje te maken. De meeste gezinnen zijn enorm gastvrij: je wordt meteen de eerste keer uitgenodigd om te blijven eten!”

 

Zoë over de vloer bij het gezin van Fatima

 

Ook wil je soms meer helpen dan je kan. “Ik heb een heel groot verantwoordelijkheidsgevoel en wil iedereen zoveel mogelijk helpen. Ik heb tijdens dit project wel beter geleerd om mijn eigen grenzen te herkennen hierin. Het is ontzettend leerzaam geweest.”

Uit de Volewijck wilt Zoë het liefst nooit meer weg. “Dit is de leukste wijk van Amsterdam, ik wil nooit meer in een ander deel wonen. Het voelt eigenlijk heel dorps. Mensen kennen elkaar, helpen elkaar en staan voor elkaar klaar. Hier wonen heeft er echt voor gezorgd dat ik me minder eenzaam voelde in de coronatijd.” Maar eerst is het tijd voor een avontuur in Jordanië, waar ze een opleiding zal volgen in het sociaal begeleiden van vluchtelingen.

In de toekomst wilt Zoë zich blijven inzetten voor het welzijn en de ontwikkeling van kinderen. “Ik wil het verschil maken, en ik ben overtuigd dat we met de jeugd moeten beginnen. Kinderen zijn de toekomst!”