Urbanisatie of verstedelijking wil zeggen dat een steeds groter deel van de bevolking zich in de stad vestigt. Dit begon in Nederland al rond 1900, ten tijde van de industrialisatie. Er woonden toen nog maar 5 miljoen mensen in Nederland, maar inmiddels zijn dat er meer dan 16 miljoen. Ook het aantal stedelingen dat hier woont neemt sterk toe. Om maar een voorbeeld te noemen: in 2013 nam de bevolking in de vier grootste steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) toe met 23000 inwoners. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zal de bevolking in de steden de komende decennia flink blijven groeien. Dit geldt ook voor de meeste middelgrote gemeenten, terwijl kleinere gemeenten juist krimpen.

De aantrekkende & aantrekkelijke stad? 

Het is niet gek dat er steeds meer mensen in de stad willen wonen. Steden hebben hun bewoners veel te bieden: zo is er veel werkgelegenheid en zijn er goede voorzieningen. Maar de aantrekkingskracht van de stad brengt ook moeilijkheden met zich mee. Stedelijke problemen die vaak voorkomen zijn integratieproblematiek, vervuiling en armoede.

Een andere kwestie waar veel steden mee kampen is: waar moeten al deze mensen gaan wonen? In veel grote Nederlandse steden is er sprake van een woningentekort. Dit resulteert in een stijging van de huizenprijzen, waardoor bijvoorbeeld een gewone gezinswoning in de stad onbetaalbaar wordt. De media spreekt dan ook van een “oververhitting” of “gekte” op de Nederlandse huizenmarkt. De huur van woningen in Amsterdam, Den Haag en Utrecht is gestegen tot een recordhoogte. Om een woning in een van deze steden te kopen, moet je volgens de kranten vér boven de vraagprijs gaan zitten, en dan nog geluk hebben. Zo kwamen een aantal hele kleine koopwoningen en huurhuizen in Amsterdam volop in het nieuws door de extreem hoge prijs die ervoor gevraagd werd. Hoewel deze woningen voor veel ophef zorgden, werden ze binnen no-time verkocht of verhuurd. De steden worden volgens de media door het woningtekort “onleefbaar” voor mensen zonder een dikke portemonnee. Veel Nederlandse steden proberen dit tekort tegen te gaan door veel nieuwe woningen te bouwen. Zo wil Amsterdam tot het jaar 2025 5.000 woningen per jaar bouwen binnen de stadsgrenzen. Echter, alleen bijbouwen is niet genoeg en is ook niet altijd mogelijk.

Creatief met problematiek

Om deze problematiek aan te pakken moet er worden samengewerkt. Daarom hebben burgemeesters en ministers van alle 28 EU-lidstaten en de Europese Commissie in ‘het Pact van Amsterdam’ afgesproken dat steden een centralere rol gaan spelen in Europa. Omdat Europese steden de afgelopen jaren een steeds grotere rol zijn gaan spelen bij het oplossen van landelijke en zelfs Europese problemen, wil men met het pact bereiken dat stedelijke gebieden een plek aan de tafel krijgen in Brussel, zodat zij gemakkelijk mee kunnen beslissen over de Europese regelgeving en meer toegang krijgen tot fondsen. Zo probeert de EU de beleidsvrijheid van steden te vergroten. Europese steden krijgen vooral meer inspraak bij het oplossen van de vier grootste stedelijke problemen: huisvesting, stedelijke armoede, luchtkwaliteit en de integratie van migranten.

Revitaliseer de stad

Behalve het Pact van Amsterdam zijn er ook veel andere initiatieven om de stad op een effectieve manier te laten groeien. Maar het is voor grote steden een moeilijke opgave om te zorgen dat er niet alleen gebouwd wordt om meer mensen te kunnen huisvesten, maar dat de verdichting van de stad ook bijdraagt aan het stedelijke milieu.

Om dit te bereiken wordt er door de gemeente Amsterdam onder andere naar Londen gekeken als voorbeeld. Dit werd rijkelijk toegelicht in het programma “Amsterdam Groeit #5: De verdichtende stad” in Pakhuis de Zwijger. Londen is namelijk al volop bezig met het revitaliseren van gebieden en gebouwen die eerder voor andere (bijvoorbeeld industriële) doeleinden werden gebruikt. Vaak zijn deze gebieden in de loop der jaren dichter bij de stad komen te liggen en is de functie die het gebied vroeger had verdwenen. In Londen worden dit soort gebieden al jaren omgebouwd tot woongebied, en de stad heeft geleerd hoe dit het best aangepakt kan worden. Zo is het bijvoorbeeld van belang dat deze gebieden, die vaak wat verder van het stadshart verwijderd zijn, niet alleen een plek worden om te wonen, maar ook om te leven. Zo moet er werkgelegenheid zijn, voorzieningen als scholen en dokters, winkels en andere vormen van recreatie. Anders is de nieuwe woonwijk gedoemd om te mislukken, als we de Engelsen moeten geloven.

Ook veel grote Nederlandse steden willen oude bedrijventerreinen en leegstaande gebouwen transformeren tot woningen om het tekort tegen te gaan, zonder dat dit ten koste gaat van bijvoorbeeld het groen rond de stad. De gemeente Utrecht heeft de hulp van Academie van de Stad hiervoor ingeroepen: zij hebben samen met studenten van de HKU onderzocht hoe de Merwedekanaalzone, die wordt getransformeerd tot stadswijk, een aantrekkelijke woon- en werkplek kan worden. Lees hier meer over dat project.

Knap op of herbouw

Een andere manier om woongelegenheid te creëren is het opknappen van bestaande woonwijken. Veel oude stadswijken zijn toe aan vernieuwing. Door deze oude wijken te slopen of te renoveren wordt er plaats gemaakt voor meer woningen die aan de eisen van bewoners voldoen. Ook dit kan een oplossing bieden voor de verdichting van de stad. Dit wordt in een aantal Nederlandse steden al veel gedaan. Echter, het is belangrijk dat bij het renoveren of slopen van bestaande woonwijken de sociale structuur van de bestaande wijk niet wordt verstoord. In de periode dat de woningen gebouwd of verbouwd worden, en de voorzieningen en het leven van de bewoners tijdelijk kan worden verstoord, moet ervoor gezorgd worden dat de wijk niet verder in verval raakt of een broedplaats wordt voor criminaliteit. In zowel Utrecht als Amsterdam hebben verschillende woningbouwcorporaties en gemeentes Academie van de Stad ingeschakeld om de wijk tijdens de renovaties “springlevend” te houden. Studenten gaan in deze wijken wonen en bewaken de leefbaarheid in de wijk door middel van verschillende projecten in de wijk, die de studenten met en voor de bewoners opzetten.

Wat doet Academie van de Stad nog meer?

Academie van de Stad zet zich ook nog op veel andere manieren in voor een leefbare stad. Er wordt actief gekeken en gezocht naar stedelijke problemen en vraagstukken en Academie van de Stad zoekt een manier om de potentie van studenten hieraan te verbinden. Zo hebben veel steden inkomensvoorzieningen voor burgers die in armoede leven. Maar niet alle rechthebbenden zijn hiervan op de hoogte, of het lukt hen niet om de juiste documenten bijeen te krijgen om in aanmerking te komen voor deze voorzieningen. Academie van de Stad heeft in Amsterdam een succesvol project opgezet waarbij studenten en recent afgestudeerden zich inzetten om mensen hierbij te helpen. Ook het onderwerp migratie komt vaak terug in de projecten, zoals het Utrechtse project StudentRefugee Community, waarbij studenten en statushouders de kans krijgen om samen te wonen in een Utrechts studentenhuis. In Amsterdam heeft Academie van de Stad bovendien verschillende projecten waarbij studenten als woonbegeleider fungeren in een complex waar onlangs statushouders (vluchtelingen met verblijfsstatus) zijn komen wonen. De woonbegeleiders zorgen ervoor dat de statushouders zich thuis gaan voelen in de buurt. Ook het huisvestingsprobleem wordt in de projecten niet onbelicht gelaten. Zo startte Academie van de Stad in september 2017 Denktank de Starterswoning, waarin young professionals vernieuwende woonconcepten ontwikkelen.

In een tijd dat “de stad” aantrekkelijker is dan ooit, is het ook belangrijker dan ooit dat de stad leefbaar is en blijft voor alle bewoners. Studenten spelen hier als toekomstige burgers en professionals van die stad een onmisbare rol in.