Niene, ondertussen werk je al erg lang vraagstukken rondom asiel, migratie en integratie. Hoe ben je in dit onderwerp geraakt? En wat spreekt je er al zo lang in aan in aan?
De complexiteit spreekt me aan. Na mijn afstuderen, ik studeerde Kunstmatige Intelligentie (KI), was ik zoekende. Ik was heel erg geïnteresseerd in psychologie en de cognitieve kant van mijn studie. In tegenstelling tot anderen was ik geen computernerd. In mijn tijd hoorde dat wel bij KI. Toen merkte ik op dat ze bij Vluchtelingenwerk mensen zochten. In principe had ik weinig met de organisatie. Maar het scheen een ingewikkeld vraagstuk te zijn. Ik hield wel van moeilijk en dus werd ik nieuwsgierig.
Toen ik bij Vluchtelingenwerk kwam werken, waren veel van mijn collega’s bezig met de verschillen tussen vluchtelingen en autochtonen bewoners. Als cognitiewetenschapper verzette ik me tegen die verschillen. Ik dacht: ‘overal zitten hersens in, wat is er nou echt anders?’ Het bleek dat vluchtelingen deze benadering prettiger vonden. Met deze insteek ben ik verder gaan werken.
Rond dezelfde tijd werd Rita Verdonk minister en kwamen alleenstaande minderjarige vluchtelingen op straat te staan. Het resulteerde in veel jongeren die geen vervolg-verblijfsvergunning kregen. Dat vond ik onverdraaglijk. Het voelde voor mij dat ik niet alleen maar kon blijven toekijken. Ik wilde direct wat betekenen voor deze doelgroep dus daarom ondernam ik actie. Vervolgens heb ik, op verzoek van de gemeente, samen met een aantal maatschappelijk werkers een Europees project aangevraagd om passende hulp te bieden. Het ‘Ex-ama-team’ dat daardoor is opgericht, is nu nog steeds een onderdeel van Vluchtelingenwerk.
Je hebt heel veel ervaring. Wat maakt werken met studenten dan nog interessant? Kun je nog wat van hen leren?
Ik vind dat de studenten fris zijn en hun verse opleidingsniveau werkt heel prettig. Deze jonge honden hebben nieuwe theorieën en werkwijzen. Ik hou heel erg van het avontuurlijke en gretige dat ze hebben. Dat verrast altijd. In de wereld van ambtenaren wordt gedacht dat opleiding en kennis er niet toe doen. Er wordt vaak gezegd dat besturen een vak op zich is, daarbij hoef je geen verstand te hebben van de inhoud. Jonge mensen hebben dat idee nog niet. Zij geven het aan als ze ergens geen verstand van hebben, en vervolgens gaan ze op zoek gaan naar die kennis. Ik denk dat kennis altijd belangrijk is en ik werk graag vanuit de inhoud. Vandaar dat ieder nog van studenten kan leren.
Wat is je het meest bijgebleven in het werken met studenten?
Het boulderen natuurlijk! Ik had destijds aan de studentcoördinatoren van JongGras Sportbuddies verteld dat er een therapie was voor vluchtelingen. Namelijk traumaverwerking door middel van boulderen. Even later werd ik verrast met een berichtje, met daarin een uitnodiging voor een boulder-clinic. Dit was heel goed georganiseerd. Precies zoals ik het bedoeld had: een laagdrempelige boulder clinic waarin iedereen gelijk was. Het was gezellig, leuk en speels!
Wat kunnen studenten van jou leren, Niene?
Ik hoop dat ze leren dat het zin heeft om je te blijven ontwikkelen. En dat het zin heeft om te werken vanuit kennis en ervaringen. Je kunt speels blijven als je slim bent. En dan citeer ik graag Einstein: “Creativity is intelligence having fun”.
Dat is een hele mooie afsluiting, dankjewel Niene.
Dankjewel Jasmijn. Maar we kunnen meer van jonge mensen leren hoor. Jonge mensen denken niet meer in continenten, soorten en ver-weg-types. Zij hebben heel natuurlijk het wereld-denken in zich. Die gelijkwaardigheid, die ik altijd heb gezocht, is veel vanzelfsprekender voor hen. Dit komt omdat de wereld tegenwoordig beter toegankelijk is. Reizen speelt daarbij ook een rol. Jonge mensen zijn flexibeler en leerbaar, laten we daarvan leren.
Wil je meer weten over JongGras Sportbuddies, Student Refugee Community, Hospiteerbuddy’s of over onze Community Building-projecten?
Klik op de titels om naar de projectpagina’s te gaan!