In de lente van 2018 is een nieuw coalitieakkoord gepresenteerd. Voor het nieuwe gemeentebestuur ligt er een duidelijke taak om de relatie tussen burgers, ondernemers en overheid te verbeteren. Bewoners hebben net zulke goede, zo niet betere, ideeën als het stadsbestuur. Daarom streeft de stad Amsterdam naar een open en transparant bestuur, een naar buiten gerichte organisatie die open staat voor maatschappelijk en buurtgericht initiatief (Bron: Coalitieakkoord). In het kader van deze democratiseringsslag speelt het thema ‘representativiteit’ op twee manieren belangrijke rol. In beide gevallen leidt dat tot een belangrijke opgave en vraagstuk voor dit onderzoeksproject. Daarom staat er in dit onderzoek centraal op wat voor manier er een bepaald basisniveau van representatieve participatie gecreëerd kan worden.

Het is zowel zaak om vanuit een hoger abstractieniveau naar het begrip representativiteit te kijken. Per participatietraject wil men kunnen bepalen wat representatief is voor dat dat specifieke traject.

Daarnaast worden participatietrajecten per project, gebied, vraagstuk of wijk anders ingevuld. Wel is er een beslisboom om aan de gestelde representativiteitseisen te voldoen. Uit ervaring blijkt dat dit niet altijd voldoende is.

Twee participatietrajecten zullen centraal staan in dit onderzoeken en zullen dienen als case-studies voor de studenten. Zo gebruiken de scriptiestudenten de cases om ervaringen van bewoners en andere betrokkenen in beeld te brengen en hiermee inzicht te geven in (één van) de onderzoeksvragen. Aan de studenten is gevraagd om de uitkomsten van de case-study vanuit verschillende abstractieniveaus te analyseren.

Dit advies geven de studenten tijdens een eindbijeenkomst (eind juni) via een presentatie. Daarmee bieden zij dit aan het Kernteam Participatieve Democratie.