Mobiliteit en inrichting van de openbare ruimte zijn belangrijke taken van de provincie Utrecht. Elke dag reizen er veel mensen van, naar en door Utrecht. De bereikbaarheid en de daarbij behorende infrastructuur speelt in onze samenleving dan ook een steeds crucialere rol. Mobiliteit binnen de stadsgrenzen en in de regio vraagt in toenemende mate om sturing en afsteming. In het stedelijk gebied lijkt alles samen te komen: fietsverkeer, OV, autoverkeer, vrachtverkeer met laden en lossen en parkeren voor auto en fiets. Buiten de steden is bereikbaarheid (mede door middel van het openbaar vervoer) tevens cruciaal om mensen te verbinden aan faciliteiten.

Hierbij heerst de vraag in hoeverre alle bewoners de mogelijkheid hebben om zich te verplaatsen. Is het zo dat mensen die bijvoorbeeld geen auto kunnen gebruiken – vanwege financiële, fysieke of juridische belemmeringen – nog wel voldoende toegang hebben tot noodzakelijke bestemmingen en voorzieningen? Recent onderzoek van het CPB laat zien dat er forse vervoersongelijkheid tussen autobezitters en autolozen bestaat, wat betreft verplaatsingstijd. Ook kan het zo zijn dat bepaalde personen of mensen in bepaalde wijken minder toegang hebben tot mobiliteit en zogenoemde vervoersarmoede kennen. Studenten Algemene Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht onderzoeken of er zaken ontbreken in de toegang tot Utrechtse vervoersmogelijkheden. Het doel van de Provincie is om Utrecht, binnen en buiten de steden, zo goed mogelijk bereikbaar te houden voor iedereen. Op basis van hun onderzoek brengen de studenten een adviesrapport uit voor de Provincie.