Stadsdeel Zuid wil meer zicht krijgen op verborgen eenzaamheid, armoede en andere ondersteuningsbehoeften in Oud-Zuid. Zowel in wijken met relatief veel kwetsbare bewoners als uit de welvarender buurten komen signalen van armoede en eenzaamheid. In de welvarender buurten worden sommige bewoners geconfronteerd met een armoedeval, maar houden zij vast aan keeping up appearances. Voor een deel van de bewoners van Oud-Zuid die hulp of ondersteuning nodig hebben rust er dus een taboe op het vragen van hulp. Het lijkt erop dat mensen verlegen zijn om vragen te stellen: vraagverlegenheid.

Stadsdeel Zuid wil deze ‘vraagverlegenheid’ onderzoeken om deze groep beter te kunnen ondersteunen dat zij nu doet. Om een beeld van deze vraagverlegenheid te krijgen, gaan studenten onderzoek doen naar de oorzaken van vraagverlegenheid. Waarom kan er sprake zijn van een taboe op het vragen van hulp en ondersteuning?

Nadat de studenten zich hier theoretisch in verdiepen gaan ze de praktijk in. Hiervoor gaan ze op een laagdrempelige manier in gesprek met bewoners van Oud-Zuid. Tevens zullen zij in gesprek gaan met sleutelfiguren en organisaties in Oud-Zuid. 

Voor dit project spraken wij met opdrachtgever Martijn Companjen. Hij vertelt: “Eigenlijk ben ik geïnspireerd geraakt door een project in Buitenveldert. Hierin kwam een verborgen ondersteuningsbehoefte onder ouderen naar voren. En hierdoor werd ik getriggerd om te onderzoeken hoe dit fenomeen zich manifesteert in Oud Zuid. Tevens zie ik dit als een goede kans om onze maatschappelijke rol van de gemeente te vervullen. Met name om de samenwerking met scholen te versterken en studenten de kans te bieden om praktijkervaring op te doen.” Wil je meer lezen over Martijn en docent Michiel Oudega? Lees dan hier verder.